De zee ligt voor hem, uit zijn grijze
onregelmatige wimpers kijkt
zijn blik naar mij opzij en dan
weer voor zich, ik sta stil en kijk
met hem, zijn einder ligt mijn lengte lager,
er staat een branding in de zee,
licht sneeuwt, ons kijken hangt er in.
-Chr. J. van Geel, 1965-
P.S. Ik zag hem vanochtend, de Scheveningse zeehond